top of page

Kijken en benoemen

Bijgewerkt op: 11 okt 2022


Ik sta, ik kijk en probeer niet bedolven te geraken onder de huidige collectieve zwaarte met een ondraaglijke lichtheid van een olifant. Het beneemt me letterlijk mijn adem. Wat te doen op een moment dat alles rondom jou verder bouwt in de hoogte met steeds dezelfde bouwstenen. Alleen zie je dat de fundamenten van elk gebouw, van heel onze maatschappij enkel holtes zijn. Het lijkt slechts een kwestie van tijd vooraleer de bouwsels en brouwsels zullen afbrokkelen en instorten. Een volledige maatschappij die tegen kruissnelheid van plan is om tegen een gigantische muur te rijden. Tegelijkertijd goed weten dat het niet enkel een weten is dat de trein richting geeft, maar vooral een ervaringsweten. Er zal gebotst moeten worden vooraleer ogen openen. Maar hoe vaak zal nodig zijn? En wat zal er dan nog overschieten? Er wordt veel gehandeld vanuit korte termijn denken, een denken en doen met ooglappen op. Steeds meer van hetzelfde wat eigenlijk al lang heeft getoond niet of niet voldoende te werken. Steeds meer collaterale schade die zich pas doorheen de tijd zal tonen. Een deel lijden proberen te voorkomen en zo veel meer lijden creëren. Alleen de tijd brengt meer duidelijkheid. Hoe mezelf verhouden tov dit steeds meer destructieve theater? Mijn eerste reactie is steeds bevriezen. Zo ga ik om met bedreiging. Ik waan me dood. Ik verlang naar de dood. Fysieke beweging helpt me dan weer stromen. Ik maak contact met de dingen waar ik van geniet of naar verlang. Ik grond mezelf en gebruik de rust van de natuur. Bijzonder hoe de zon weer zo mooi schijnt terwijl de mensheid zich op een losgeslagen draaimolen bevindt. Een welkom tegengewicht, een welgekomen standvastigheid. Ik kijk rondom naar de chaos en de maatschappelijk gezette intenties voor de komende maanden. Ik zie de polarisatie, steeds meer discriminatie, steeds meer absurditeit, minder logica, meer dwang, meer machtsmisbruik en steeds minder algemene gezondheid. Ik zie ook hoe mensen zich hieraan vasthouden, aan die zelfmoordtrein. Ook mensen die ik heel graag zie. Maar overtuigen helpt niet, zwijgen evenmin. Ze hebben het recht op eigen keuzes. Ze hebben nood aan wat er komen zal. Alleen dat wat een einde lijkt, kan ooit plaatsmaken voor een nieuw begin. Verschillende wetenschappers toonden ons dat louter het observeren van een realiteit, diezelfde realiteit veranderen kan. Laat ons dan observator zijn. Ik zal blijven kijken, niet wegkijken. Ik probeer mezelf niet te verliezen in wat ik zie. Ik probeer nabij te zijn in het proces. Ik vlucht niet weg. Ik probeer er niet meer tegen te vechten. Ik stuur niet en probeer niets te verwachten. Ik blijf errond draaien en verbinden tot er ergens een opening komt. In het geheel of slechts bij één persoon. Elkéén is een domino. Één die vallen kan in alle richtingen en zo honderden meenemen kan. Wachten in ongeduld. Wachten in verdriet, pijn en het komende lijden. Tegelijkertijd levensvreugde blijven voelen. Ik zei het ooit al eerder, ik wens iedereen een crisis toe, zo eentje met de zon op het eind. Nu gaan we er massaal doorheen. Maar ook dit gaat voorbij. Blijven staan, blijven kijken, blijven verankeren en verbinden. Beweeg mee zonder te breken. Bied weerstand daar waar het authentiek juist voelt. Volg wat resoneert. Belichaam een alternatief. Voorbij controle en angst. Vanuit vertrouwen en verbinding. Kijk, benoem en wees nabij bij wat moeilijk is. Verlies alleen je anker niet.


Als ik al het bovenstaande herlees, dan lijkt het alsof ik in flashback mezelf in mijn groeiproces zie als psycholoog. De weg van leren nabij zijn bij al wat onaangenaam is. Het leren kijken en benoemen. Het leren liefde geven aan al wat mooi en minder mooi is in een mens. Het niet-veroordelend luisteren. Het respect voor de timing van de patiënt. Het leren omgaan met het steeds wederkerende ongeduld wanneer de blindheid vertraging vereist. Het leren voelen wat van mij is en wat van de ander. Het bieden van vertrouwen in de veerkracht van de mens. Het leren zien van het licht in elk diepste donker. Alleen is het nu niet enkel binnen een therapieruimte, maar overal rondom me. Ik zit er middenin en ben er onlosmakelijk een deel van. Het verweeft zich telkens ook met mijn eigen proces. Ik kan de deur van de therapieruimte achter mij niet sluiten. Mijn enige houvast is blijven ademen. Dus ik adem. In. Uit. In. Uit.

 
 
 

Opmerkingen


bottom of page