top of page

Een oude jas afwerpen

Bijgewerkt op: 11 okt 2022

Intense dagen, intense weken. Ik heb het gevoel dat elke dag me een laag dieper treft. Het geheel neemt geen pauze, niet wat kabbelen of eens wat rustiger aan. Een tijd van transformatie. Binnenin en rondom. Elke dag triggert iets nieuw of iets oud opnieuw en opnieuw. Ik voel de neiging om het buiten mezelf te leggen, om alle emotie extern te projecteren. Na wat bezinktijd komt het als een boemerang weer terug bij mezelf. En dan rest er nog maar één weg, die van erdoorheen. Ik dacht het even rustiger aan te doen, maar het leven beslist er anders over. De toename aan externe triggers dezer dagen schakelen mezelf in een versnelling hoger om alles wat ooit vast zat in een golf voltooiing te laten vinden. Maar bij elke getriggerde emotie die nog maar zijn top laat zien, wil mijn verstand al weten wat ze te zeggen heeft. Analyseren, begrijpen, betekenen, be-ketenen. Mijn sterkste wapen dat me oneindig verzwakt. In rondjes blijven draaien in mijn hoofd, nergens wijzer van worden, steeds in gevecht of vermijding. Doe ik het goed? Wat kan er beter? Wiens schuld is het? Wat komt het vertellen? Hoe geraak ik van dit gevoel vanaf? Maar hoe kan het iets komen vertellen als ik het zo snel de mond al snoer. Het wil borrelen van beneden naar boven, golven van top tot teen. Het wil fysiek starten, overgaan in beelden en aan woorden blijven plakken. Het wil niet beteugeld worden alvorens het enige vrijheid kent. Het wil zegevieren in vrijheid en bewegingsruimte, niet in analyse en beperking. 


Toen het me vorige week lukte om te bewegen op een nieuwe emotionele golf, me over te geven aan een verhaal in wording, werd ik geconfronteerd met oud zeer in een nieuwe gedaante. Hoe vaak kan eenzelfde thema zich vermommen? Jarenlang elke dag carnaval? Mijn kwaadheid op de buitenwereld ligt niet aan het corona-circus. Het feit dat iemand mij beperkt in mijn bewegingsvrijheid triggert oude verdedigingsmechanismen die denken dat ik moet verdwijnen als er tegen mijn grenzen wordt aangeduwd. Een alles of niets mechanisme. Ruimte innemen of volledig verdwijnen. Grijs heb ik al wel bedacht maar nog niet gevonden in mijn lijf. De machteloosheid en het verdriet die eronder schuilen, maken me boos op de hele wereld. Als ik afzak naar de schuilplaats en wat ruimte maak voor wat er is, verdwijnt er weer een laag frustratie en kwaadheid op alles rondom mij. Opnieuw vraag ik me af hoe vaak die ingebakken pijn het stuur nog gaat overnemen. Onbewust. Ik voel meer en meer de nood om een oude jas af te werpen. Oude patronen en overlevingsmechanismen die ooit hielpen maar nu slechts belemmeren in bewegingsvrijheid, in het vinden van grijs. Ik word me bewust van hoe ik verlang naar ruimte, die eigen ruimte die nu zo fel onder druk komt te staan. Ik heb nog een eitje te pellen met mezelf, want waar ik naar verlang beangstigt me tegelijkertijd enorm. Alle ruimte, helemaal alleen, uitbreken. Plots kwam ik het tegen, zonder veel twijfel voelde ik dat ik daar moest zijn. Ik schreef me in voor een oud Indiaans overgangsritueel. Eentje op een berg, vier dagen en nachten helemaal alleen, zonder eten, zonder afleiding, enkel jezelf en de natuur. Maximale ruimte, geen ruis, geen manier om je eigen leegte te vullen. Een idyllische hel. Daar wil ik naartoe. Daar moet ik zijn. De tijd is rijp. Ik merk nu al hoe mijn hoofd invulling zoekt om die 4 dagen door te komen. Ik ben er nog niet eens en ik loop er al van weg. Van het zijn met alles wat is. Schaakmat voor mijn verstand. Doorheen wat angsten om een oude jas af te werpen. Ik wil dansen in mijn eigen vagevuur.


 
 
 

Opmerkingen


bottom of page