top of page

De gouden bal

Bijgewerkt op: 11 okt 2022

zullen mijn tranen om jou ooit drogen zal je mijn hart ooit anders raken dan tot verdriet en gemis bewogen of geraken ze nooit op al is droogte niet wat ik zou beogen tranen van liefde kan ik wel gedogen want de band tussen vader en dochter geraakt nooit vervlogen


Geen dag gaat er voorbij dat ik niet even aan je denk. Je komt zomaar binnengewaaid, uit het niets, uit het onverwachte, uit het mooie, uit een traan. Mijn gedachten wentelen zich even om je heen. Een rondje troost, een rondje verdriet. Soms lijk je plots aanwezig, vanuit een streling van ontroering in mijn hart. Ik zie je in je overall, ik hoor je vloeken in het verkeer en ik voel je trots en je hand op mijn schouder als ik met jouw gereedschap de planken van het terras vastschroef aan onze caravan.


Woorden verdwijnen als taal tussen ons in, intussen raak je steeds diezelfde trilling, diezelfde snaar van mijn bedrading die enkel tranen kan laten van liefde en een diepe zucht van herkenning en opluchting. Je begrijpt mijn woorden nu niet meer, je kan geen knuffel meer ontvangen, hoe zend ik je dan een boodschap van liefde waarmee ik jou kan omarmen?

Zolang heb ik gevoeld dat ik niets waard zou zijn, terwijl je nu enkel het tegendeel toont. Niet niets maar alles, alles ben ik waard voor jou. Je zou je leven ervoor geven. Je gaf je leven om de leegte te installeren, zo leeg als die van jou. Geen middenweg, geen beetje, helemaal niets. Nu geef je je alles, geen middenweg, alles mag ik ontvangen. En ik gaf zo weinig terug. Zo boos om de leegte. Om alles wat je in ruil wou voor het niets dat ik in me voelde en meetorste. Je wilde jouw leegte zo graag vullen met wie ik ben in dit leven. Ik zag niet, was nog blind voor het grootste geschenk. Enkel nu kan ik zien, kan ik voelen dat je alles gaf en zelfs meer dan dat. Meer dan een leven, meer dan een onvoorwaardelijk geschenk. Je hebt me gedragen zonder het mij te laten weten. Je begeleidde me vanop een afstand. Je moest nemen om dit te kunnen geven.


Een pijn die levenslang mijn identiteit heeft bepaald, zuivert zich nu uit in mijn longen. De leegte vol verdriet van gemis en tekort verliest zijn donkere kleur. Een andere waarheid tekent zich af voorbij de illusie. De verharding pelt af en maakt plaats voor een nieuwe jas. Van binnen naar buiten hernieuwt elke cel zich in een andere gedaante, met een andere kern, een andere identiteit. De leegte maakt plaats voor alle verloren stukken die thuis willen komen. Liefde voor mezelf, de olifant in de kamer. Je helpt me herinneren hoe het voelt. Je raakt mijn hart nu rechtstreeks aan, geen ruis meer op de lijn. Puur goud met een trillingsfrequentie die enkel ontroeren kan. Ik kan enkel huilen bij wat ik mocht ontvangen. Alles. En zo het lot van de gouden bal. Je krijgt en geeft maar het is nooit met dezelfde persoon dat je de volle wederkerigheid beleeft. Ik vergeef me. Alles mag er zijn.


DE GOUDEN BAL

Voor de liefde die mijn vader mij gaf, heb ik hem niet gegeven wat hem toekomt; als kind kende ik de waarde van een geschenk nog niet en als dochter (man) was ik te hard, (te veel een man). Mijn dochter (zoon) groeit nu op en is zeer geliefd, als geen ander aanwezig in haar moeders (zijn vaders) hart. Ik geef wat ik ooit nam aan iemand van wie het niet kwam, en het wordt niet teruggeven. Als zij een vrouw (hij een man) zal zijn (en denken als een man), zal zij (hij) net als ik haar (zijn) eigen weg kiezen. Met verlangen en vrij van afgunst zal ik aanschouwen hoe zij (hij zijn eigen zoon) haar eigen kind de liefde schenkt die ik haar (hem) gaf.

Mijn blik volgt het spel van het leven ver weg in de ruimte van de tijd – een ieder gooit glimlachend de gouden bal, maar niemand gooit hem terug naar degene die hem wierp.


Borriës von Münchhausen

 
 
 

Opmerkingen


bottom of page