top of page

De bedding


ree

We zijn bijna een maand verder. Een maand van landen, integreren en proberen vasthouden hoeveel warmte en liefde dat er toen door de groep stroomde. Een liefde die al je maskers en pantsers doet afbrokkelen. Een hoeveelheid liefde die je eerst wat misselijk maakt omdat je niet gewend bent in zo’n grootteorde te ontvangen. Een liefde die ingeschreven staat in mijn lijf en me nooit meer verlaten kan.


Vorige maand ging ik een week naar Orval. Samen met een 25tal mooie mensen startte ik een sjamanistische training voor de komende twee jaar. Wat een ervaring. Wat een transformatie. Ik had blijkbaar bijna een maand nodig om het in mezelf te laten landen en in woorden te kunnen gieten. Daarbovenop voel ik dat de uitwerking ervan nog maar pas begonnen is. Dat het nog lang gaat nazinderen. Een beetje zoals bij de vision quest. Je voelt dat er vanalles shift, dat er zaadjes gepland zijn maar je beseft nog niet eens voor de helft hoeveel het je zal veranderen de maanden en jaren nadien. Een soort domino-effect waarbij je je enkel bewust bent van het eerste steentje maar de waterval aan steentjes klaar staat om om te vallen. Of zelfs al bezig zijn. Het is niet meer te stoppen. En zeker niet meer omkeerbaar. Misschien begon het effect zelfs al bij de intentie om me in te schrijven. Alsof mijn lichaam voorvoelen kon dat er daar een grote stroming ontketend zou worden, begon het zich daar beetje bij beetje op voor te bereiden. Ik kon voelen dat alles klaar zat als een nakend geboorteproces maar voor die geboorte moest er uiteraard weer even iets sterven. Na de dood en als voorbode van iets nieuws zat alles goed bevroren maar kon ik vorige post voelen dat ik de weerstand had te eren en niet te doorbreken. Want de stroming zou zichzelf wel tonen als ze er klaar voor was. En zo ontpopte/ontplofte ze die week in heel mijn lijf. Een stop die de druk eraf liet, vloog in twee richtingen. Eerst een prachtige stembevrijding waarbij stroming kanaal zocht in kracht en stem. Later een donkerdere versie van zichzelf waarbij oude verhalen, de schaduw en het willen verdwijnen weer de kop opstaken. Het stuk dat verslaafd is aan het donker dacht de andere stukken weer even schaakmat te zetten door me te proberen verleiden in mijn eigen slachtofferschap. Een destructief genot om erin te vertoeven. Een intense dualiteit die me dwingt tot een spagaat van jewelste. En als kers op de taart de vlucht zoeken in het niet bestaan. In dissociëren. In verdwijnen.


Ik ben er mijn grenzeloosheid in alle richtingen weer even tegengekomen op een nog diepere laag. Maar voor het eerst heb ik diep in mijn lichaam het verlangen kunnen ervaren naar gematigdheid. Naar stabiliteit. Naar aards genot. Met grenzen. Met een tekort. Maar minder destructief. Ik hoef niet alle beweging te zijn, ik hoef niet meer te zoeken naar iets, ik voel dat ik ben waar ik moet zijn. Ik oefen in mezelf het verankeren en bedding te zijn voor al wat is. En voor het eerst heb ik er plezier in. Voor het eerst ben ik geen bedding voor het proces van een ander om mezelf te vullen door iets te kunnen betekenen voor een ander. Voor het eerst betekent het iets voor mezelf om gewoon bedding te zijn zonder meer. Voor het eerst apprecieer ik wat dat betekenen mag. Ook omdat het de bedding was die mij veilig en wel terugbracht als ik was gaan vliegen in mijn extremen. Ik kon mezelf vroeger wel proberen aanpraten dat het de moeite was om van gematigdheid te genieten maar dit werkte niet. Nu ken ik rust, een heel diepe rust die noch in het verleden, noch in de toekomst iets ontdekken wil. Een rust waaruit ikzelf meer en meer mag ontstaan. Want ik hoef niet meer diegene te zijn die ik dacht te moeten zijn. Weer een laagje eraf. Langzaam verdwijn ik als subject om zo iets anders in mij te laten ontstaan. En deze keer voelt het verdwijnen niet als bedreigend of opvullend, het voelt gewoon goed. Ik ben bedding en ik kan kiezen welke kant ik voed. Mijn licht of mijn donker. Alles is een keuze die begint bij een intentie. En meer en meer staat die intentie in heel mijn systeem op één lijn. Ik ben dankbaar en ik kijk uit naar alles wat nog komt. Wat een boeiende tocht is het leven. Een spel dat ik steeds liever speel. Misschien minder als pion of als speler maar meer en meer als verwonderd schaakbord.



 
 
 

Opmerkingen


bottom of page